A. Szász // spreker 2010

Thorbeckelezing ‘Wat is de staat van de Euro?’

Samenvatting

De toekomst van de euro staat ter discussie. De remedies voor de problemen waarop de regeringen zich beraden concentreren zich op besluitvormingsprocedures en sancties. Die zijn nodig, maar niet voldoende. De verdragsverplichtingen waarop de euro is gebaseerd worden niet nageleefd omdat een fundamentele politieke consensus daarover ontbreekt. Wat kan de lidstaten alsnog de politieke motivering geven die verplichtingen in de toekomst na te komen en de daarmee verbonden inperking van hun nationale soevereiniteit te aanvaarden?  Ontwikkeling van een werkelijk gezamenlijk buitenlands beleid kan daartoe bijdragen. Dat is onmisbaar om Europa in staat te stellen mondiale ontwikkelingen te beïnvloeden. Maar wil het dat kunnen, dan moet het steunen op Europa’s financieel-economische en monetaire betekenis, en voor zijn geloofwaardigheid kan het geen monetaire mislukking toestaan.

Citaten ter inleiding:

  • ‘De munt is een attribuut van de soevereiniteit’. (Holtrop, 1963)
  • ‘Beseffen de politieke autoriteiten wel waar ze mee bezig zijn?’(Lubbers, mei 1990)
  • ‘Slechts weinigen begrepen hoe ingrijpend de implicaties [van de euro] zouden zijn voor de politieke integratie’. (Kok, VK 24 juni 2002).
  • ‘Einde aan de vrijblijvendheid, einde aan de onvervulde beloften en een einde aan het ongestraft niet naleven van regels. Nodig is een geloofwaardiger en meer verplichtende aanpak. […] Alleen een ondubbelzinnige keuze voor een sterk en federaal Europa met hervormde instituties kan een antwoord zijn op de vraagstukken die zich in het Europa van vandaag en morgen voordoen.’ J.P. Balkenende, Anders en Beter, 2002.

Problemen met de euro:

  • Slechts weinigen begrepen waarom de euro de nationale munten moest vervangen en wat dat impliceerde. Gevolg: onvoldoende draagvlak.
  • Fundamentele meningsverschillen over verdeling van aanpassingslasten (‘symmetrie’) en tegengestelde doelstellingen.
  • Gevolg: onvoldoende respect voor aangegane verdragsverplichtingen.
  • Te weinig besef, dat kunstmatige (niet historisch gegroeide) munt zonder staat als de euro zijn geloofwaardigheid ontleent aan die verdragsverplichtingen. Wie speelt met de geloofwaardigheid van de munt speelt met vuur.

Waarom  de euro

  • De euro is onderdeel van de Europese integratie, een politiek project ter oplossing van het Duitse probleem.
  • Frankrijk en Duitsland zijn en blijven de motor van de Europese integratie. Ook de euro is in wezen een Frans-Duits project.
  • Frankrijk wilde monetaire medezeggenschap.
  • Duitsland was het enige land dat daartoe de facto beperking van zijn soevereiniteit moest aanvaarden. Was daartoe bereid ter wille van Europese politieke integratie. Voorwaarden: Prijsstabiliteit, zelfstandige ECB, evenwichtige nationale overheidsfinanciën.
  • Deze voorwaarden aanvaard, maar geen diepere politieke consensus.

Implicaties gezamenlijke munt

  • Monetair beleid en wisselkoersaanpassing vervallen voor de afzonderlijke landen. Zij zijn dus aangewezen op overblijvende beleidsinstrumenten.
  • Arbeidsmobiliteit over de grens is beperkt vergeleken met de VS.
  • Flexibiliteit prijzen en lonen neerwaarts beperkt, opwaarts beperkt door afgesproken prioriteit prijsstabiliteit voor het monetair beleid.
  • Onderstreept belang van resterende mogelijkheden: overheidsfinanciën, en structurele hervormingen: arbeidsmarkt, financiële stelsel, pensioenstelsel.
  • Deelnemers werden financieel en monetair elkaars binnenland. Dringt nu pas door. Maar politieke implicaties moeten nog onder ogen worden gezien.

Lessen afgelopen decennium

  • Politieke bereidheid tot vrijwillige naleving aangegane verplichtingen is onvoldoende.
  • Effectiviteit van bestaande mogelijkheden om naleving af te dwingen (peer pressure) is onvoldoende.
  • Niet naleving door een of enkele lidstaten kan financiële stabiliteit in de andere landen ernstig bedreigen en hen dwingen tot steun, in strijd met het verdrag.
  • Marktdiscipline onmisbaar. Waar politici falen moeten ‘speculanten’ inspringen.

 Hoe komt dat?  Non-interventie: Lidstaten wilden elkaar niet onder druk zetten. Dat werd gezien als politieke confrontatie.(vgl. MvF Frans Andriessen over conditionaliteit, maart 1979),

  • De bezwaren van confrontatie treden meteen op, de bezwaren van gedogen pas in de toekomst.
  • De gevaren van niet naleving worden onderschat, illusies over afspraken (vgl. Zalm).
  • Landen tot EMU toegelaten die niet aan eisen voldeden, verdragsovertredingen gedoogd: Italië, Griekenland. Hierdoor verloor ook no bailout bepaling geloofwaardigheid, hetgeen sterke schuldvergroting in de hand werkte en zo crediteurenlanden tot bailout dwong.

Gevolgen

  • Onderlinge onevenwichtigheden, verdragsschendingen, instabiliteit.  
  • Breed gevoel in Duitsland dat ‘deal’ inzake euro niet is nagekomen: wel afstand van DM, niet naleving verplichtingen.
  • Toeneming populisme blijkens bijval voor Sarrazin: wordt dat ooit een serieuze politieke beweging,kans dat die ook inspeelt op onlustgevoelens inzake euro.

 Remedies

  • Nadruk op afdwingbaarheid van naleving verplichtingen en sancties welkom. Zonder afdwingbaarheid geen duurzaamheid. Maar niet voldoende.
  • Effectiviteit hangt mede af van politieke ontwikkelingen die aangegane verplichtingen  aanvaardbaarder kunnen maken.
  • Die zullen zich deels buiten EMU-terrein moeten afspelen: bijvoorbeeld in Europees buitenlands beleid. Dat kan zich monetaire mislukking niet veroorloven.
  • Vb. Europees beleid inzake Rusland.
  • Vb. Verhouding met VS. Zonder gezamenlijk Europees beleid geen invloed op VS: zie Irak.
  • Internationaal monetair stelsel gekenmerkt door grote onevenwichtigheden die mondiale inconsistentie van beleid weerspiegelen, sterke geldcreatie, onhoudbare omvang overheidsschulden. Internationale rol van de dollar maakte dit mede mogelijk. Frankrijk is  voornemens als voorzitter G-20 en G8 deze problematiek kernthema te maken, en overlegt met Duitsland. Essentieel dat ook de andere EU-landen worden betrokken bij voorbereiding en standpuntbepaling.

Prof. dr. André Szász, voormalig lid van de directie van De Nederlandsche Bank en hoogleraar Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam

Jaar: 2010
Spreker: A. Szasz
Opponent: R. de Wijk
Download lezingen (PDF): Lezing A. Szász Lezing R. de Wijk

Tags:

No comments yet.

Leave a Reply